Met de sloop van de IJsselcentrale leek het net alsof er een groot man verloren was gegaan. De Zwollenaren praatte erover alsof de energiecentrale een icoon was. Er werd gerouwd. Want hoewel de meesten die immense energiecentrale altijd lelijk hadden gevonden, waren ze er stiekem toch ook van gaan houden. Hun baken in de nacht. Voor dit gebouw moest een requiem geschreven worden.
De plek ademde verhalen, ze ontstonden zo voor mijn ogen; een processie over de dijk, dansers op de wenteltrap, een groots concert in de half gesloopte hijshal, slechtvalken op de vierde verdieping van het magazijn en het laatste hoopje zand als as uitgestrooid over de vlakte.
Hierdoor geïnspireerd heb ik samen met meer dan honderd bewoners en een aantal professionals een muzikale voorstelling gemaakt waarin iedereen op zijn eigen manier herinneringen kon delen en een eerbetoon kon leveren.
Een gebouw is nog nooit zo tot leven gekomen!